Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • km 4/74 blz. 3-6
  • Wat is je hartewens?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Wat is je hartewens?
  • Koninkrijksdienst 1974
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Waarom zij verkozen te pionieren
  • Pionieren als je nog naar school gaat
  • Een hogere opleiding weigeren om te pionieren
  • Bereidheid om schijnbare materiële voordelen op te geven
  • De aanmoediging van ouders is een hulp
  • Overweeg te gaan pionieren
  • Kun jij een vollediger aandeel hebben aan de Koninkrijksprediking?
    Koninkrijksdienst 1973
  • Jij wordt uitgenodigd te gaan pionieren — Zul je de uitnodiging aannemen?
    Koninkrijksdienst 1973
  • Pioniers schenken en ontvangen zegeningen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
  • Met onze gehele ziel de weg des levens bewandelen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1975
Meer weergeven
Koninkrijksdienst 1974
km 4/74 blz. 3-6

Wat is je hartewens?

JEHOVAH God houdt niemand ervan terug de begeerte van zijn hart te volgen. Wij zijn vrij datgene te kiezen waar ons hart naar uitgaat en wat onze ogen verrukken. De wijze koning Salomo zei onder inspiratie: „Verheug u, jongeman, in uw jeugd, en laat uw hart u goed doen in uw jongelingsdagen, en wandel in de wegen van uw hart en naar de dingen die uw ogen zien.”

Dit wil echter niet zeggen dat de jeugdige persoon die elke begeerte van zijn hart volgt, niet voor zijn daden verantwoordelijk is jegens de Gever van het leven, Jehovah God. Koning Salomo zei verder: „Maar weet dat de ware God u wegens dit alles in het gericht zal brengen. Verwijder daarom kommer uit uw hart, en weer rampspoed van uw vlees; want jeugd en de bloei des levens zijn ijdelheid. Gedenk nu uw grootse Schepper in uw jongelingsdagen.” — Pred. 11:9–12:1.

Als de begeerten van iemands hart ernstig botsen met activiteiten die rechtstreeks verband houden met de ware aanbidding, of deze ernstig beperken, zal Jehovah God hem niet behoeden voor teleurstellingen, frustraties en leed. Wij doen er daarom werkelijk verstandig aan bij het koesteren van verlangens rekening te houden met onze kostbare verhouding tot Jehovah God.

Als je een jonge man of een jonge vrouw bent, waar gaat je hart dan naar uit? Is je voornaamste zorg je verhouding tot Jehovah? Is het je wens je bekwaamheden en materiële bezittingen op zodanige wijze te gebruiken dat je zoveel mogelijk tijd hebt om de Koninkrijksbelangen te bevorderen? Denk je er ernstig over na jouw aandeel aan het uiterst belangrijke werk dat bestaat in het prediken van het Koninkrijk en het maken van discipelen, te vergroten? Is het je hartewens zo spoedig mogelijk gewone pionier te worden en intussen een zo goed mogelijk gebruik te maken van gelegenheden om een aandeel te hebben aan de tijdelijke pioniersdienst?

Waarom zij verkozen te pionieren

Veel opgedragen, gedoopte jonge mannen en vrouwen willen als toegewijde discipelen van Jezus Christus hun krachten beslist graag ten volle in de dienst van Jehovah God gebruiken. Een pionier uit Nigeria deed de volgende uitspraak: „Toen ik nog op school zat, was ik mij al bewust van de kortheid van de tijd en ik wilde de resterende tijd verstandig gebruiken. Ik ging daarom geregeld in de tijdelijke pioniersdienst.” Een andere pionier merkte op: „Ik ben van mening dat de pioniersdienst de enige manier is waarop jonge mensen zoals ik Jehovah onze dankbaarheid kunnen tonen voor wat hij voor ons heeft gedaan.”

Een jonge getrouwde man keerde, na in Bandung (Indonesië) de kweekschool voor onderwijzers te hebben doorlopen, naar zijn geboortedorp terug. Hij keerde met meer dan wereldse kennis terug, want hij was een opgedragen, gedoopte discipel van de Heer Jezus Christus geworden. Hij besteedde er in het bergdorp in zijn eentje vele uren aan om de mensen in hun eigen taal het „goede nieuws” bekend te maken. Hij hield om 10 uur ’s avonds, nadat de dorpsbewoners van hun werk waren teruggekeerd, de Gedachtenislezing. Meer dan honderd personen kwamen buiten op het marktplein om een kampvuur bijeen. Aangemoedigd door de opkomst en de noodzaak beseffend meer tijd aan het prediken en onderwijzen te besteden, gaf hij zich op voor de tijdelijke pioniersdienst. Het duurde niet lang of hij hield ermee op werelds onderwijs te geven en werd gewone pionier. Nu zijn velen van zijn vroegere leerlingen opgedragen, gedoopte Getuigen.

Een kringopziener uit Japan merkte op dat de broeders en zusters in dat land de pioniersdienst, als de weg daartoe geopend kan worden, als „iets vanzelfsprekends” beschouwen. Bijna de helft van de pioniers in Japan bestaat uit jonge mensen. Het is de gewoonte zich er ruimschoots van tevoren op voor te bereiden om na hun eindexamen te gaan pionieren, zelfs al is een van hun ouders niet in de waarheid.

Als jij op school bent, blijft jouw liefde voor Jehovah en voor de mensen in jouw gebied dan groeien? Wordt deze liefde weerspiegeld door een brandend verlangen zoveel als je maar enigszins kunt ter bevordering van de Koninkrijksbelangen te doen? Gebruik je je vakanties goed door dan meer in de velddienst te gaan? Bereid jij je op de gewone pioniersdienst voor? Volg je een opleiding waardoor je, na voltooiing daarvan, gemakkelijker parttime-werk kunt krijgen? Heb je een broeder of zuster in gedachten die wellicht als pionier-partner met je zou willen samenwerken? Heb je dit met hem of haar besproken? Sta je, wanneer de mogelijkheid zich maar voordoet, in de tijdelijke pioniersdienst?

Pionieren als je nog naar school gaat

Enkele broeders en zusters hebben bemerkt dat zij gewone pionier kunnen zijn ook al gaan zij nog naar school.

Een jongeman die als pionier op Hawaii dient, vertelt: „Ik besefte dat als ik van elke schooldag een halve dag pionierde, dit een bescherming zou zijn tegen de invloeden van wereldse medescholieren en dat het activiteiten buiten het gewone studieprogramma om onmogelijk zou maken aangezien ik druk bezig zou zijn in de velddienst. Met heel veel hulp van Jehovah en veel aanmoediging van mijn ouders kon ik de pioniersdienst goed volbrengen. Ik ben werkelijk blij dat ik pionierde terwijl ik nog naar school ging, omdat het mijn waardering voor het kostbare voorrecht Jehovah in de laatste dagen te dienen werkelijk vergrootte en mij hielp mij meer op Jehovah als mijn Bron van kracht te verlaten.”

Een zuster uit de stad New York die ging pionieren terwijl zij nog naar school ging, had het volgende schema: Zij kwam om ongeveer 2 uur ’s middags uit school thuis. Haar dag in de velddienst begon een half uur later en duurde tot ongeveer 6 à 7 uur. Een gedeelte van haar huiswerk maakte zij in de lunchpauze en de rest na de velddienst. Zij pioniert nog steeds en beschouwt het als een bescherming tegen dingen die in de wereld worden gedaan en die haar zouden kunnen afleiden.

Een zuster in Kansas (V.S.) kon het zo regelen dat zij de meeste van de vereiste leervakken in de eerste drie jaar van de middelbare school kon doen. Dit maakte het haar mogelijk het vierde en laatste jaar te pionieren, toen zij toestemming kreeg om slechts drie lesuren bij te wonen.

Een zuster op de Filippijnen is, hoewel zij door haar vader wordt gedwongen een hogere opleiding te volgen, toch in staat te pionieren. Hoe doet zij dit? „Met ieder nieuw semester zorg ik ervoor mij in de eerste week te laten inschrijven zodat ik een goed tijdschema kan kiezen. Daarna ben ik ’s morgens studente en ’s middags pionierster.”

Als jij nu naar school gaat, kun je het dan zo regelen dat je kunt pionieren zonder de school te verwaarlozen? Is dit jouw hartewens?

Een hogere opleiding weigeren om te pionieren

Niet allen die thans pionieren, hadden oorspronkelijk dat verlangen. Er waren er die een hogere schoolopleiding wilden volgen om in de wereld vooruit te komen. Een pionierster die op Hawaii dient, merkt op: „Ik had mij een hogere opleiding ten doel gesteld. Ik ging die opleiding volgen en werd inactief. Ik vond de hogere school echter onbevredigend. Ik was van mening dat er iets beters in het leven moest zijn, iets dat het leven meer de moeite waard maakte. Ik begon weer vergaderingen te bezoeken en ging om met pioniers. Het duurde niet lang of ik liet de hogere opleiding varen en verwezenlijkte mijn wens Jehovah als pionierster te dienen.”

Een andere Hawaiiaanse zuster vertelt het volgende: „Mijn vader wilde dat ik op een studiebeurs een hogere opleiding ging volgen. Ik had de wens voldoende te leren om te zien of menselijke filosofieën mensen met hun problemen konden helpen. Na een jaar besefte ik de ijdelheid van wereldse wijsheid en gaf mijn studie op. Mijn moeder was een fijn voorbeeld als pionierster. Er waren ook nog andere ijverige pioniers in de gemeente en hun geloof en ijver werkten aanstekelijk waardoor het verlangen in mij werd gewekt mij in de pioniersdienst bij hen aan te sluiten.

Na een bezoek van de kringopziener was ik vastbesloten pionierster te worden. Ik sprak er met mijn moeder over en omdat mijn vader niet in de waarheid is, voelde ik aan dat ik om te pionieren uit huis zou moeten gaan. Ik verklaarde moeder dat, zelfs al betekende het dat ik van huis weg moest om te pionieren, ik dit zou doen. De gedachte van elkaar te worden gescheiden, deed ons beiden huilen. Ik bad tot Jehovah of hij het hart van mijn vader wilde vermurwen zodat hij me zou laten pionieren en ik thuis mocht blijven. Jehovah heeft mijn gebed verhoord en ik heb enkele jaren van huis uit gepionierd. Ik kon parttime-werk krijgen om in mijn levensonderhoud te voorzien.”

Bereidheid om schijnbare materiële voordelen op te geven

Als het verlangen te pionieren sterk genoeg is, is men bereid schijnbare materiële voordelen op te geven. Vaak hebben zelfs jonge mensen die in de pioniersdienst gaan zich naar andere omstandigheden moeten schikken. Degenen die dit gedaan hebben, zijn bijzonder gezegend geworden.

Een broeder in Ubiri (Nigeria) die wenste te pionieren, hoewel zijn ongelovige ouders bezig waren hem op de universiteit te krijgen, schrijft: „Aangezien ik net de middelbare school heb doorlopen en alleen geschikt ben voor kantoorwerk — daar ik geen vak heb geleerd — heb ik mijzelf eenvoudig gedwongen visser te worden. Hoewel ik niemand heb die mij financieel steunt, zal ik deze kans om te pionieren niet laten varen, aangezien ik erom gesmeekt heb.” Hij leidt nu vijftien bijbelstudies in zijn toewijzing als gewone pionier.

Een zuster in Portugal vertelt haar ervaring: „Ik was enig kind en stond daarom in het middelpunt van de belangstelling. Ik besefte echter dat ik het grootste deel van mijn tijd aan mijn wereldse werk besteedde. Mijn ouders waren financieel niet van mij afhankelijk. Hoe meer ik erover nadacht, des te meer raakte ik ervan overtuigd dat de tijd die ik aan mijn secretaressebaan besteedde veel beter in de pioniersdienst kon worden gebruikt. Zodra ik mijn besluit had genomen om pionierster te worden, rezen er problemen. Ik kreeg een verleidelijk aanbod om als secretaresse voor een andere firma te werken tegen het dubbele salaris van wat ik verdiende. Toen mijn vader, die niet in de waarheid is, mijn besluit om pionierster te worden, vernam, zei hij dat hij nooit meer met mij zou spreken en dreigde mij zelfs om het leven te brengen. Maar ik bleef bij mijn besluit. Onmiddellijk beval mijn vader mij het huis te verlaten.

Mijn moeder moedigde mij in die beproevingsvolle tijd voortdurend aan. Ik zal nooit kunnen vergeten met welk een vriendelijkheid mijn geliefde broeders en zusters dat vacuüm van liefde waaraan ik behoefte had, opvulden. Ik zal hen altijd dankbaar zijn. Ik werd voor meer maaltijden uitgenodigd dan er op een dag worden genuttigd. De broeders wilden dat ik gezond bleef en zelfs wat dikker werd zodat mijn vader niet zou denken dat ik eronder leed. Vooral als ik in gebed tot Jehovah ging, voelde ik de kracht en moed om in de pioniersdienst te blijven. Toen ontmoette ik negen maanden later op zekere dag mijn vader op straat. Hij vond het moeilijk ’dag’ te zeggen, maar ik voelde dat hij blij was mij te zien. Tot mijn verrassing kreeg ik kort daarna bericht dat ik weer thuis mocht komen en van daaruit mijn pioniersdienst mocht voortzetten. Na meer dan vijf jaar in de pioniersdienst te zijn geweest, heeft mijn vader besloten voor het eerst mee te gaan naar een congres. Ik stem volkomen in met de woorden die in Psalm 27:10 staan opgetekend: ’Ingeval mijn eigen vader en mijn eigen moeder mij werkelijk verlieten — ja, Jehovah zelf zou mij opnemen.’”

Een jong echtpaar op de Filippijnen vertelt hoe zij in de pioniersdienst gingen: „Doordat wij de dringendheid van de tijd beseften, gaven wij ons wereldse werk op en gingen in de pioniersdienst. Hierdoor genieten wij nu vrede des geestes en hebben, doordat wij samen in de velddienst werken, een veel intiemere band als man en vrouw. Wij hebben zowel onze tijd als ons geld leren indelen. Als wij in het gebied werken, proberen wij het zo te regelen dat wij in dezelfde buurt van huis tot huis kunnen gaan en nabezoeken kunnen brengen. Dit beperkt de vervoerskosten. Wij hebben geleerd eerst de noodzakelijke levensmiddelen te kopen en als het raadzaam is in het groot.”

Na de middelbare school te hebben doorlopen, begon een jonge zuster in Nigeria er ernstig over te denken te gaan pionieren. Zij had verscheidene werkgelegenheden, maar hoewel het een lager salaris betekende, besloot zij de baan te nemen die haar in de gelegenheid stelde meer tijd aan de prediking te besteden. Zij redeneerde: ’Als dit samenstel met zijn instellingen verdwijnt, heb ik in elk geval een beroep.’

Een pionierster uit Davao City op de Filippijnen spreekt over de zegeningen die zij ontving toen zij haar wereldse werk opgaf om te pionieren: „Ik voelde mij niet echt gelukkig in mijn wereldse betrekking daar ik erg ontevreden en gefrustreerd was. Toen ik mijn ontslag indiende, bood de firma mij een hogere positie aan met een flinke salarisverhoging. Ik was echter standvastig in mijn verlangen pionierster te zijn. Na twee jaar pionieren, heb ik niets anders dan heel veel vreugde en zegen ondervonden. Mijn bijbelkennis is enorm toegenomen en mijn prediking is doeltreffender geworden. Ik heb het ook gemakkelijker gevonden de vruchten van Gods geest aan de dag te leggen. Nu stel ik het mij altijd ten doel andere jonge mensen zoals ik aan te moedigen in de pioniersdienst te gaan.”

De aanmoediging van ouders is een hulp

Het voorbeeld van anderen kan beslist een bron van aanmoediging zijn. Maar daarnaast moet het innige verlangen naar dat wat goed is, soms versterkt worden. Ouders kunnen veel doen om hun kinderen in dit opzicht te helpen.

Een zuster van de Visaja Eilanden zei: „Mijn ouders deden veel om mij in mijn besluit om te pionieren te sterken. Ik trok voordeel van schoolvakanties door mij op te geven voor de tijdelijke pioniersdienst. Ook de ervaringen van onze broeders die in De Wachttoren staan, wekten het verlangen in mij naar het voorrecht van de pioniersdienst te streven.”

Een ouderling in Korea moedigde zijn vier kinderen aan te pionieren. Op een kringvergadering werden hij en de kinderen geïnterviewd. De oudste dochter vertelde dat zij de beste leerlinge op de middelbare school was. Op een zeker punt wilde zij zelf verder studeren. Haar vader zei haar echter dat, hoewel het haar vrij stond een dergelijke loopbaan te kiezen, zij niet op financiële steun van hem kon rekenen. Zij veranderde van gedachten wat voortgezette studie betreft en verheugt zich nu in vele zegeningen als pionierster. De op één na oudste, een zoon, vertelde dat ook hij op een zeker moment verder wilde studeren en een wereldse loopbaan wilde volgen. Zijn vader nam echter bepaalde schriftplaatsen met hem door en zei hem ook dat als hij erop stond een wereldse loopbaan te volgen, hij maar een ander tehuis moest zoeken. Hij nam de raad van zijn vader ter harte en is erg dankbaar dat zijn vader vriendelijk was maar voet bij stuk hield. De twee jongere kinderen verklaarden dat zij onder de indruk waren van wat er met de twee oudsten gebeurde. Zij waren vanaf het begin van plan pionier te worden. De jongste zoon ging van de middelbare school af om te pionieren.

Overweeg te gaan pionieren

Hoewel het misschien je hartewens is in de vreugden van de pioniersdienst te delen, kan het zijn dat je huidige omstandigheden je dit eenvoudig niet toelaten. Voel je in dat geval niet ontmoedigd. Je kunt er zeker van zijn dat Jehovah God en zijn Zoon Jezus Christus je getrouwe dienst heel erg waarderen.

Wellicht zullen de belemmeringen die je in de weg staan door aanhoudend gebed ten slotte worden weggenomen, waardoor je vrij bent je hartewens te verwezenlijken. Dit was de ervaring van een zuster die nu als zendelinge dient. Toen zij haar plannen om te pionieren bekend maakte, was zij nog minderjarig en woonde bij haar ouders. Haar ongelovige vader wilde niet dat zij ging pionieren, maar wilde dat zij verder ging studeren. Zij bad voortdurend tot Jehovah of hij het hart van haar vader wilde vermurwen. Binnen een jaar kon zij in de pioniersdienst gaan. Haar gezondheid begon ook te verbeteren en dit maakte een gunstige indruk op haar vader. Terugkijkend op haar pioniersdienst zegt deze zuster: „Het is het waard geweest alle moeilijkheden die op mijn weg zijn gekomen te overwinnen.”

Als je nadenkt over de ervaringen van anderen, overweeg dan of jij het voorrecht om te pionieren kunt aangrijpen. Jehovah God heeft het natuurlijk aan een ieder van ons overgelaten te bepalen hoe veel tijd hij precies aan het prediken van het Koninkrijk en het maken van discipelen wil besteden. Hij heeft ons ook de noodzaak van dit uiterst belangrijke werk duidelijk gemaakt. Hij heeft ons geopenbaard dat dit samenstel van dingen weldra zal eindigen. Dit betekent dat het leven van de mensen in groot gevaar verkeert. Willen zij de „grote verdrukking” overleven, dan moeten zij in een goedgekeurde verhouding tot Jehovah komen. Jehovah heeft ook geopenbaard dat hij wil dat wij de levenreddende boodschap van zijn Woord verbreiden. Het is daarom een uiting van onze liefde voor hem en onze medemensen als wij ons naar zijn wil richten.

Is jouw liefde voor Jehovah de drijfveer van je hartewens? Zo ja, dan kun je, of je nu in staat bent te pionieren of niet, de diepe voldoening hebben te weten dat je Jehovah met hart en ziel dient. Jezus gebood zijn broeders te prediken en te onderwijzen. „Maakt discipelen”, zei hij. Alle opgedragen christenen weten wat zij moeten doen en zij zullen er te allen tijde en overal druk mee bezig zijn het goede nieuws van huis tot huis aan anderen bekend te maken.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen