Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlandse Gebarentaal
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Jeremia 28
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

Inhoud Jeremia

      • Jeremia tegenover valse profeet Hananja (1-17)

Jeremia 28:1

Verwijsteksten

  • +2Kon 24:17; 2Kr 36:10
  • +Joz 11:19; 2Sa 21:2

Jeremia 28:2

Verwijsteksten

  • +Jer 27:4, 8

Jeremia 28:3

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘jaren van dagen’.

Verwijsteksten

  • +2Kon 24:11, 13; Jer 27:16; Da 1:2

Jeremia 28:4

Verwijsteksten

  • +2Kon 24:8; 25:27; Jer 37:1
  • +2Kon 23:36; 24:6
  • +2Kon 24:12, 14; Jer 24:1

Jeremia 28:6

Voetnoten

  • *

    Of ‘zo zij het!’

Jeremia 28:8

Voetnoten

  • *

    Of ‘ziekten’.

Jeremia 28:10

Verwijsteksten

  • +Jer 27:2

Jeremia 28:11

Verwijsteksten

  • +Jer 28:4

Jeremia 28:13

Verwijsteksten

  • +Jer 27:2

Jeremia 28:14

Verwijsteksten

  • +De 28:48; Jer 5:19
  • +Jer 27:6; Da 2:37, 38

Jeremia 28:15

Verwijsteksten

  • +Jer 28:1
  • +Jer 14:14; 23:21; 27:15; Ez 13:3

Jeremia 28:16

Verwijsteksten

  • +De 13:5; 18:20; Jer 29:32

Algemeen

Jer. 28:12Kon 24:17; 2Kr 36:10
Jer. 28:1Joz 11:19; 2Sa 21:2
Jer. 28:2Jer 27:4, 8
Jer. 28:32Kon 24:11, 13; Jer 27:16; Da 1:2
Jer. 28:42Kon 24:8; 25:27; Jer 37:1
Jer. 28:42Kon 23:36; 24:6
Jer. 28:42Kon 24:12, 14; Jer 24:1
Jer. 28:10Jer 27:2
Jer. 28:11Jer 28:4
Jer. 28:13Jer 27:2
Jer. 28:14De 28:48; Jer 5:19
Jer. 28:14Jer 27:6; Da 2:37, 38
Jer. 28:15Jer 28:1
Jer. 28:15Jer 14:14; 23:21; 27:15; Ez 13:3
Jer. 28:16De 13:5; 18:20; Jer 29:32
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
Jeremia 28:1-17

Jeremia

28 In hetzelfde jaar, aan het begin van de regering van koning Zedeki̱a+ van Juda, in het vierde jaar, in de vijfde maand, zei de profeet Hana̱nja uit Gi̱beon,+ de zoon van A̱zzur, in het huis van Jehovah in het bijzijn van de priesters en het hele volk tegen me: 2 ‘Dit zegt Jehovah van de legermachten, de God van Israël: “Ik zal het juk van de koning van Babylon breken.+ 3 Binnen twee jaar* zal ik alle voorwerpen van het huis van Jehovah die koning Nebukadne̱zar van Babylon uit deze plaats heeft gehaald en naar Babylon heeft meegenomen,+ naar deze plaats terugbrengen.”’ 4 ‘“En ik zal koning Jecho̱nja+ van Juda, de zoon van Jo̱jakim,+ en alle ballingen van Juda die naar Babylon zijn gegaan+ naar deze plaats terugbrengen”, verklaart Jehovah, “want ik zal het juk van de koning van Babylon breken.”’

5 Toen sprak de profeet Jeremia tegen de profeet Hana̱nja in het bijzijn van de priesters en alle mensen die in het huis van Jehovah stonden. 6 De profeet Jeremia zei: ‘Amen!* Laat Jehovah dat doen! Laat Jehovah de woorden die je geprofeteerd hebt uitvoeren door de voorwerpen van het huis van Jehovah en alle ballingen vanuit Babylon naar deze plaats terug te brengen! 7 Maar luister alsjeblieft naar deze boodschap die ik in het bijzijn van jou en van het hele volk verkondig. 8 De profeten die vóór jou en mij leefden, profeteerden lang geleden over oorlog, ellende en epidemieën* voor veel landen en machtige koninkrijken. 9 Als een profeet over vrede profeteert en het woord van die profeet komt uit, dan zal het duidelijk zijn dat die profeet echt door Jehovah is gestuurd.’

10 Toen haalde de profeet Hana̱nja het juk van de nek van de profeet Jeremia af en brak het.+ 11 Hana̱nja zei daarna in het bijzijn van het hele volk: ‘Dit zegt Jehovah: “Zo zal ik binnen twee jaar het juk van koning Nebukadne̱zar van Babylon van de nek van alle volken afhalen en het breken.”’+ Daarop ging de profeet Jeremia weg.

12 Nadat de profeet Hana̱nja het juk van de nek van de profeet Jeremia had afgehaald en had gebroken, kwam deze boodschap van Jehovah tot Jeremia: 13 ‘Ga tegen Hana̱nja zeggen: “Dit zegt Jehovah: ‘Je hebt houten jukken gebroken,+ ijzeren jukken zullen ervoor in de plaats komen.’ 14 Want dit zegt Jehovah van de legermachten, de God van Israël: ‘Ik zal een ijzeren juk op de nek van al deze volken leggen, zodat ze koning Nebukadne̱zar van Babylon dienen, en ze moeten hem dienen.+ Zelfs de wilde dieren van het veld zal ik hem geven.’”’+

15 De profeet Jeremia zei toen tegen de profeet Hana̱nja:+ ‘Luister alsjeblieft, Hana̱nja! Jehovah heeft je niet gestuurd, maar jij hebt dit volk in een leugen laten geloven.+ 16 Daarom zegt Jehovah: “Luister! Ik verwijder je van de aardbodem. Dit jaar zul je sterven, want je hebt aangezet tot opstand tegen Jehovah.”’+

17 En de profeet Hana̱nja stierf in dat jaar, in de zevende maand.

Publicaties voor de Nederlandse Gebarentaal (2000-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlandse Gebarentaal
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen