Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • km 3/97 blz. 7
  • Vragenbus

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Vragenbus
  • Onze Koninkrijksdienst 1997
  • Vergelijkbare artikelen
  • Vragenbus
    Onze Koninkrijksdienst 1989
  • Hoe respect voor de doden tonen?
    Ontwaakt! 1977
  • Christelijke begrafenissen — Waardig, eenvoudig en aanvaardbaar voor God
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2009
  • Een christelijke kijk op begrafenisgebruiken
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1998
Meer weergeven
Onze Koninkrijksdienst 1997
km 3/97 blz. 7

Vragenbus

◼ Wanneer er een beroep wordt gedaan op de gemeente om te helpen bij het regelen van een begrafenisdienst, zouden de volgende vragen kunnen rijzen:

Wie dient de begrafenistoespraak te houden? Dit is een beslissing die door de familieleden genomen moet worden. Zij mogen iedere gedoopte broeder kiezen die een goede reputatie geniet. Als het lichaam van ouderlingen wordt gevraagd voor een spreker te zorgen, zullen zij gewoonlijk een bekwame ouderling uitkiezen die een op het schema van het Genootschap gebaseerde lezing zal houden. Het kan passend zijn om de aandacht te vestigen op enkele voorbeeldige eigenschappen die de overledene heeft tentoongespreid, ofschoon wij geen lofrede over hem of haar zullen afsteken.

Mag de Koninkrijkszaal worden gebruikt? Dat kan, als het lichaam van ouderlingen daartoe toestemming heeft verleend en als het normale vergaderingsschema niet wordt verstoord. De zaal mag worden gebruikt als de overledene een goede reputatie genoot en een lid van de gemeente was, dan wel het minderjarige kind van een gemeentelid. Indien de persoon door onchristelijk gedrag slecht bekendstond in de gemeenschap of als er andere factoren zijn die een ongunstig licht op de gemeente zouden kunnen werpen, dan zouden de ouderlingen van de gemeente kunnen beslissen dat de zaal niet gebruikt mag worden. — Zie Bediening-boek, blz. 64, 65.

Gewoonlijk worden Koninkrijkszalen niet gebruikt voor begrafenisdiensten van ongelovigen. Er kan een uitzondering worden gemaakt indien de nabestaanden actief verbonden zijn met de gemeente als gedoopte verkondigers, de overledene bij een groot deel van de gemeente bekend was als iemand die gunstig tegenover de waarheid stond en in de gemeenschap een goede naam had, en er geen wereldse gebruiken in het programma worden opgenomen.

Wanneer de ouderlingen toestemming geven voor het gebruik van de Koninkrijkszaal, zullen zij stilstaan bij de vraag of het te verwachten is dat de kist tijdens de begrafenisdienst in de zaal staat. Als dat zo is, dan zouden zij kunnen toestaan dat de kist in de zaal wordt gebracht.

Hoe staat het met begrafenisdiensten voor wereldse mensen? Als de overledene een goede naam had in de gemeenschap, dan zou een broeder een vertroostende bijbellezing kunnen houden in het uitvaartcentrum of bij het graf. De gemeente zal beleefd weigeren een begrafenisdienst te houden voor iemand die bekendstond wegens immoreel, wetteloos gedrag of wiens levenswijze duidelijk in strijd was met bijbelse beginselen. Een broeder zal zeker niet samen met een geestelijke een intergeloofdienst willen leiden, noch een aandeel willen hebben aan een begrafenisdienst in een kerk van Babylon de Grote.

Wat te doen als de overledene een uitgeslotene was? Over het algemeen zal de gemeente zich hier niet mee inlaten. De Koninkrijkszaal zal niet worden gebruikt. Mocht de persoon blijk van berouw hebben gegeven en de wens te kennen hebben gegeven om hersteld te worden, dan zou het geweten van een broeder hem wellicht toestaan een bijbellezing te houden in het uitvaartcentrum of bij het graf, met het doel een getuigenis aan ongelovigen te geven en de familieleden te troosten. Maar de broeder zou er verstandig aan doen om voordat hij deze beslissing neemt, overleg te plegen met het lichaam van ouderlingen en aandacht te schenken aan wat zij hem eventueel aanbevelen. In situaties waarin het niet verstandig zou zijn dat die broeder zich ermee zou inlaten, zou het misschien passend zijn dat een broeder die tot de familie van de overledene behoort een lezing houdt om de familieleden te troosten.

Meer richtlijnen zijn te vinden in De Wachttoren van 15 oktober 1990, blz. 30, 31; 1 december 1981, blz. 25, 26; 15 juni 1980, blz. 5-8; 1 december 1977, blz. 727, 728; 15 juni 1970, blz. 382, 383; en in de Ontwaakt! van 8 september 1990, blz. 22, 23; 22 september 1978, blz. 8-12 en 22 juli 1977, blz. 13-17.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen