Drankproblemen — Wat kunnen ouderlingen in dit verband doen?
ZIJ probeerde alles wat maar denkbaar was om het drinken binnen de perken te houden. Niets scheen te helpen. Toen zij er met de aangestelde ouderlingen in de gemeente over sprak, waren zij zeer bezorgd en gaven haar schriftuurlijke raad over matigheid. Maar hun inspanningen liepen op een teleurstelling uit. Haar probleem zat dieper. Zij was alcoholiste.
Dit werpt een zeer belangrijke vraag op: Wat kunnen ouderlingen doen om hulp te bieden aan hun geestelijke broeders en zusters die problemen hebben met drinken?
Het is duidelijk dat de Schrift dronkenschap op geen enkele manier vergoelijkt. Vooral op christelijke opzieners rust de verantwoordelijkheid er zorg voor te dragen dat verstokte, onberouwvolle dronkaards niet in de christelijke gemeente worden geduld; zij moeten worden uitgesloten (1 Kor. 5:11-13; Gal. 5:19-21). Maar allereerst dienen ouderlingen het verlangen te hebben hulp te bieden aan berouwvolle personen die te ver zijn gegaan in het gebruik van alcohol. Wat moet een ouderling dan doen als hij wordt benaderd door een broeder of een zuster die dronken is geweest en nu hulp zoekt?
In de eerste plaats dient te worden opgemerkt dat er een verschil bestaat tussen bij één gelegenheid ongemerkt te veel drinken en een dronkaard te zijn — iemand die er een gewoonte van maakt zich te bedrinken. Beschouw het voorbeeld van Noach, die bij één gelegenheid te veel wijn gebruikte en dronken werd (Gen. 9:20, 21). Noach was beslist geen verstokte dronkaard. Er is geen andere aanwijzing in de Schrift waaruit blijkt dat hij ooit weer beschonken is geraakt. — Vergelijk Hebreeën 11:7.
De ouderling die wordt benaderd, doet er dus goed aan vast te stellen: Was dit een op zichzelf staand voorval? Is de persoon vastbesloten voortaan voorzichtig te zijn, zodat het niet weer gebeurt? Heeft hij het kwaad ronduit erkend en God om vergeving gevraagd? Is het incident van dien aard dat er geen ernstige smaad uit voortgevloeid is? Als deze en andere factoren zich gunstig laten aanzien, kan het voldoende zijn dat de ouderling „in een geest van zachtaardigheid” liefdevolle raad over matigheid geeft om de persoon aldus te sterken in zijn besluit ervoor te zorgen dat hij niet opnieuw in overtreding geraakt. — Gal. 6:1.
Maar als er nu bij herhaling sprake is geweest van dronkenschap, of als de overtreding algemene bekendheid heeft gekregen? In dergelijke gevallen dient de kwestie te worden behandeld door een rechterlijk comité. Om de persoon te kunnen bijstaan, kan het echter nuttig zijn dat de ouderlingen weten of er sprake is van
Alcoholisme
Maakt dat enig verschil? Een groot verschil zelfs! Zoals de ervaring uit de aanhef illustreert, kan het nagenoeg zinloos zijn de persoon te vermanen matig te drinken als hij alcoholist is. Waarom? Omdat de meeste autoriteiten op het gebied van alcoholisme totale onthouding aanbevelen voor alcoholisten, aangezien zij de hoeveelheid die zij drinken gewoonlijk niet meer onder controle kunnen houden wanneer zij eenmaal zijn begonnen te drinken.
Bovendien zullen veel alcoholisten hun probleem ontkennen. Wil dat zeggen dat zij onberouwvolle, verstokte dronkaards zijn? Niet noodzakelijkerwijs. Houd in gedachte dat alcoholisten gewoonlijk blind zijn voor de realiteit van hun situatie. Zij worden fysiek, mentaal, emotioneel en geestelijk aangetast en deze factoren moeten in aanmerking genomen worden. Het is dan ook geenszins gemakkelijk hen te laten inzien dat zij een drankprobleem hebben.
Wanneer ouderlingen dergelijke gevallen behandelen, doen zij er goed aan een aantal vragen te beschouwen.
Hoe kunt u weten of het probleem alcoholisme is? U zult misschien het artikel „Alcoholisme — de feiten, de fabeltjes” in Ontwaakt! van 8 november 1982 willen raadplegen. Daarin staat een overzicht van de symptomen van alcoholisme.
Let goed op. Soms kan alcoholisme aan een ander probleem ten grondslag liggen. In één gemeente ging een zuster bijvoorbeeld naar de ouderlingen toe om hulp te vragen bij het bestrijden van haar zware depressiviteit. Maar ondanks hun goedbedoelde pogingen om haar te helpen, hield de depressiviteit aan. Later kwamen de ouderlingen er echter achter dat zij een drankprobleem had. Verdere pogingen om haar te helpen, brachten aan het licht dat zij alcoholiste was. Nadat de zuster hulp had aanvaard voor haar alcoholisme, herstelde zij zeer voorspoedig.
Hoe kunt u een alcoholist helpen inzien dat hij een drankprobleem heeft? Vermijd meningen en algemeenheden zoals: „Wij denken dat je te veel drinkt.” Dergelijke opmerkingen drukken de alcoholist dikwijls nog verder in de verdediging. In plaats daarvan kan de persoon misschien geconfronteerd worden met specifieke en beschrijvende bijzonderheden van zijn drinken en de gevolgen ervan. Het is belangrijk dat de toon daarbij van diepe bezorgdheid blijk geeft: „Wij maken ons ernstig bezorgd over wat er met jou aan de hand is, en hier zijn de feiten die onze bezorgdheid zullen verklaren.”
Eén ouderling, die met succes heeft afgerekend met zijn eigen alcoholisme, beveelt het volgende aan: „Ik heb ontdekt dat het nuttig is vast te stellen welke problemen de persoon kan hebben, misschien thuis of op zijn werk. Dan help ik hem door middel van suggestieve vragen in te zien dat het fundamentele probleem wel eens alcoholisme zou kunnen zijn. Ik herinner me een ervaring die als volgt verliep:
’Is jouw drinken van invloed op je gezinsleven?’
’Nee hoor.’
’Heb je met je vrouw gekibbeld?’
’Ja.’
’Had dat iets met drinken te maken?’
’Nee.’
’Was je dan soms iets aan het drinken, terwijl je met haar kibbelde?’
’Eh . . . ja, dat wel.’
Nadat ik diverse problemen besproken had, kon ik hem helpen inzien dat zijn problemen bij vrijwel iedere gelegenheid samenvielen met het moment waarop hij aan het drinken was.”
Hoe zit het met professionele hulp? Het kan zijn dat de alcoholist deze hulp nodig heeft voor zijn herstel. Natuurlijk zullen de ouderlingen geen bepaalde behandeling aanbevelen — die beslissing is aan de desbetreffende persoon. Ook hoeven zij zijn weigering om professionele hulp in te roepen niet noodzakelijkerwijs te beschouwen als een aanwijzing voor gebrek aan berouw. Maar tegelijkertijd is het noodzakelijk streng te zijn. De persoon moet duidelijk begrijpen dat het er in de allereerste plaats om gaat of hij de gunst van Jehovah als een goedgekeurd lid van de christelijke gemeente kan blijven behouden.
Hoe staat het met uitsluiting? Het komt hierop neer: Hoe is de houding van de persoon met betrekking tot drinken? Schijnt hij, ondanks uw geduldige maar vastberaden pogingen om hem de realiteit onder ogen te brengen, vastbesloten te zijn door te gaan met drinken? In dit verband is het interessant op te merken wat het boek Alcoholics Anonymous (Anonieme Alcoholisten) werkgevers van alcoholisten aanraadt:
„Als u er zeker van bent dat de man in kwestie niet [met drinken] wil ophouden, kunt u hem net zo goed ontslaan . . . Zo iemand ontslaan, zou wel eens een zegen voor hem kunnen betekenen. Misschien is het precies de schok die hij nodig heeft.” Evenzo kan wanneer de houding van de persoon vereist dat hij wordt uitgesloten om de gemeente rein te houden, dit tegelijkertijd precies de „schok” zijn die hij nodig heeft.
Wat te doen als u ervan overtuigd bent dat hij werkelijk met drinken wil ophouden? Indien de persoon ermee instemt hulp te aanvaarden, kan er tijd voor nodig zijn om te zien of hij zal doorzetten. Zich onder behandeling van deskundigen stellen, kan een hulp zijn. Natuurlijk dient hij te beseffen dat dit alleen niet de volledige oplossing is voor het probleem.
Gewoonlijk zal hij langdurig hulp nodig hebben, en vooral in geestelijk opzicht. In het verleden heeft hij depressiviteit, boosheid, problemen op zijn werk, enzovoort, misschien bestreden door zijn toevlucht te nemen tot alcohol. Dus wellicht heeft hij nu uw hulp nodig om de werkelijkheid vanuit een andere denkwereld onder de ogen te zien. Bovendien kunnen er negatieve gevoelens zijn blijven hangen, zoals schuldgevoelens of gebrek aan zelfvertrouwen. Misschien vindt hij dat hij onwaardig is om Jehovah in gebed te naderen en heeft hij uw hulp nodig om zijn vertrouwelijke relatie met God te herstellen. Uw gebeden samen met hem en ten behoeve van hem, gepaard aan de vertroostende verwijzingen naar Gods Woord, kunnen zijn angst verlichten en zijn twijfels wegnemen.a — Jak. 5:14-16.
Iemand die een been breekt, heeft misschien een tijdlang een steuntje nodig. Zo kan ook degene die vecht om met drinken op te houden een begrijpende schouder nodig hebben om op te leunen, een luisterend oor. Bent u bereid om hulp te bieden?
„Zowel de ouderlingen als een heleboel broeders en zusters zijn me komen opzoeken”, zette een broeder uiteen die had gevochten om met drinken op te houden. „De broeders hebben mij op meer dan één manier geholpen”, zei een andere Getuige. „Zij stelden me zelfs voor naast hen te komen zitten op de vergaderingen, omdat ik niet durfde te komen. Eén broeder heeft me werkelijk heel goed geholpen. Hij kwam mij opzoeken als ik het het hardst nodig had — onverschillig wat hij op zijn programma had staan. Ik ben heel dankbaar voor zijn liefde en geduld.”
In sommige gevallen kan het nuttig zijn als degene die vecht om met drinken op te houden, kan praten met een broeder die er zelf in is geslaagd met alcoholisme af te rekenen. Waarom? Omdat zo iemand met begrip kan praten, aangezien hij maar al te goed weet welke veranderingen een alcoholist moet aanbrengen. Meer dan dat, het laat degene die vecht om met drinken op te houden, zien dat het mogelijk is er vanaf te komen. Hij ziet een voorbeeld voor zich. Het is begrijpelijk dat alcoholisten liever een preek zullen zien dan er een horen.
Wat te doen bij een terugval? Dat zou kunnen gebeuren. Opnieuw is de vraag: Hoe is de houding van de alcoholist? Bent u ervan overtuigd dat hij zijn drankprobleem werkelijk wil overwinnen? Ziet hij in dat hij zijn inspanningen zal moeten verdubbelen om vorderingen in zijn herstel te kunnen verwachten? Als dat zo is, zal hij begrijpende hulp nodig hebben.
Iemand hoeft dus niet te worden uitgesloten alleen maar omdat hij alcoholist is. Als hij werkelijk met drinken wil ophouden, dient hij de kans te krijgen. Maar als hij nu door zijn daden laat zien dat hij in werkelijkheid niet met drinken wil ophouden? Als er nu bij herhaling sprake is van dronkenschap en alle redelijke hulp hem niet blijkt te baten? Dan dient hij, in overeenstemming met de woorden van Paulus in 1 Korinthiërs 5:11-13, te worden uitgesloten.
Het vereist een grote dosis onderscheidingsvermogen, geduld en vastberadenheid om degenen te helpen die problemen hebben met alcohol. Het is niet gewoon een kwestie van tegen een broeder of zuster te zeggen: „Beheers je”, of: „Als je Jehovah liefhebt, houd je wel op met drinken.”
Probeer daarentegen de aard van alcoholisme te begrijpen, wat het is, en hoe het op mensen inwerkt. Houd in gedachte dat u misschien de muur van ontkenning zult moeten afbreken die de alcoholist om zich heen heeft opgetrokken. U moet hem zover krijgen dat hij inziet dat hij een drankprobleem heeft en dat hij hulp nodig heeft. Hij zal langdurige hulp en steun van u nodig hebben. Maar zijn de resultaten alle moeite niet ten zeerste waard?
Eén zuster die hulp had gekregen om haar alcoholisme te overwinnen, drukte het als volgt uit: „De ouderlingen waren zo vol liefde en begrip dat ik Jehovah nog iedere dag bedank dat hij hen gestuurd heeft. Mijn hoofd is nu helder. Ik kan met een rein geweten tot Jehovah spreken. Ook bezoek ik alle vergaderingen, en ik geniet er werkelijk van.” Ja, hoe dankbaar zijn zulke personen voor opzieners die zichzelf geven en die bereidwillig voor de kudde zorgen, uit „een werkelijk verlangen om te dienen”! — 1 Petr. 5:1, 2, Today’s English Version.
[Voetnoten]
a Zie het artikel „Een onderwezen tong — ’om de vermoeiden aan te moedigen’”, in De Wachttoren van 1 september 1982. Het laat zien hoe ouderlingen degenen kunnen helpen die gedeprimeerd zijn ten gevolge van negatieve gevoelens en opvattingen.
[Illustratie op blz. 9]
De alcoholist kan een begrijpende schouder nodig hebben om op te leunen, een luisterend oor
[Illustratie op blz. 10]
Voor de alcoholist is geheelonthouding een absolute noodzaak