16 Ook heeft Mana̱sse zeer veel onschuldig bloed vergoten,+ totdat hij Jeru̱zalem ermee gevuld had van het ene einde tot het andere,* afgezien van zijn zonde waarmee hij Ju̱da deed zondigen door te doen wat kwaad was in de ogen van Jehovah.+
4 en ook [wegens] het onschuldige bloed+ dat hij vergoten had, zodat hij Jeru̱zalem met onschuldig bloed gevuld had, en Jehovah wilde geen vergeving schenken.+
2 ten einde de geringen weg te dringen uit een rechtsgeding en om de ellendigen van mijn volk van gerechtigheid te beroven,+ opdat de weduwen hun buit worden en opdat zij zelfs de vaderloze jongens kunnen uitplunderen!+
7 Hun eigen voeten blijven naar louter slechtheid snellen,+ en zij haasten zich om onschuldig bloed te vergieten.+ Hun gedachten zijn schadelijke gedachten;+ gewelddadige plundering en verbreking zijn op hun hoofdwegen.*+
4 omdat zij mij verlaten hebben+ en ertoe zijn overgegaan deze plaats onherkenbaar te maken+ en er offerrook te brengen aan andere goden,* die zij niet hadden gekend,+ noch zij, noch hun voorvaders, noch de koningen van Ju̱da, en zij deze plaats gevuld hebben met het bloed der onschuldigen.+
35 opdat over U komt al het rechtvaardige bloed dat op aarde is vergoten,+ vanaf het bloed van de rechtvaardige+ A̱bel+ tot het bloed van Zachari̱a, de zoon van Bere̱chja, die GIJ vermoord hebt tussen het heiligdom en het altaar.+